Flexibilisering van het (hoger) onderwijs: het versnellingsplan


In een vierjarig project genaamd ‘het versnellingsplan’ hebben universiteiten, hogescholen en SURF de handen ineen geslagen om stappen te zetten wat betreft ‘Onderwijsinnovatie met ICT’. Een ontzettend breed begrip, met drie belangrijke ambities. Eén van die ambities is ‘de flexibiliteit van het onderwijs stimuleren’. In dit artikel geef ik een kort overzicht van dingen die ze in het kader van dat project hebben gedaan. Het project loopt aan het einde van het kalenderjaar 2022 af en op de website van het Versnellingsplan kun je lezen over alle doelstellingen en uitkomsten. Er zijn zeven zones gedefinieerd en drie werkgroepen gevormd. Eén van die zones is de zone ‘Flexibilisering van het onderwijs’. Dat is vanzelfsprekend de zone waar ik het in mijn blog over zal hebben.

De verschillende dimensies van flexibiliseren

De zone flexibilisering van het versnellingsplan heeft als haar eerste publicatie een duidelijke flyer uitgebracht waarin zij de verschillende routes die een student kan nemen uiteenzetten. De oorspronkelijke publicatie kun je hier vinden.

“Met flexibele leerroutes krijgt de student regie op zijn eigen leerproces.”

Versnellingsplan, zone flexibilisering

Allereerst worden in deze publicatie vijf verschillende dimensies geschetst waarop flexibilisering plaats kan vinden.

De meest voor de hand liggende dimensie is tempo. Een student kan versnellen en vertragen. Dit is wellicht ook de eenvoudigst te implementeren variant van flexibiliseren. Het vraagt immers nog niet om een verandering van het aanbod, of een verschil tussen studentroute en opleidingsroute. De ene student gaat er gewoon wat sneller doorheen en de andere wat langzamer.

Niet met tempo te verwarren is er ook nog de dimensie tijd. Denk hierbij aan het flexibel aanbieden van opleidingen in de tijd. Een avondprogramma voor deeltijd studenten of een voltijdsprogramma. De hoeveelheid tijd die deze doelgroepen ‘in de schoolbanken’ doorbrengen varieert ook behoorlijk.

Dan heb je nog de dimensie plaats. Deze dimensie heeft tijdens de coronapandemie een enorme boost gekregen. Daar waar plaats voor corona nog een hele duidelijke rol had op de onderwijsinstelling zelf, is dat ontzettend veel flexibeler geworden. En waar de ene student ontzettend graag vanuit huis onderwijs geniet, vindt de andere aanwezigheid op een campus onmisbaar. Door te flexibiliseren wat betreft plaats is het volgen van een vak op een andere instelling (in Nederland of zelfs daarbuiten) ook binnen handbereik.

De vierde dimensie is inhoud. In het hoger onderwijs kent men al minoren waarmee er gedifferentieerd wordt op inhoud, en in het MBO kent men daarvoor keuzedelen. Maar je kunt nog veel meer differentiëren op inhoud.

De vijfde en laatste dimensie die in deze publicatie wordt onderscheiden is niveau. Een opleiding flexibel maken op het gebied van niveau is denk ik precies het onderdeel waar het meest tegenop wordt gezien door instellingen. Want als het niveau afwijkt (en de inhoud) hoe waarborg je dan nog de waarde van een bepaald diploma? In dit blog ga ik hier niet nader op in om dit voldoende informatief en niet opiniërend te laten zijn.

“Studentroutes zullen niet langer als vanzelfsprekend samenvallen met opleidingsroutes.”

Versnellingsplan, zone flexibilisering

De vier studentroutes

Met deze vijf dimensies in het achterhoofd hebben ze vervolgens vier verschillende studentroutes inclusief vier persona ontwikkeld. Deze routes beschrijf ik hieronder.

‘Eigen tempo’

Voor deze studentroute wordt er alleen flexibel omgegaan met de dimensie tempo. Een student kan versnellen of vertragen, maar volgt wel een bestaand programma op een onderwijsinstelling. Versnellen of vertragen kan bijvoorbeeld worden gedaan wanneer je parttime wil studeren (gecombineerd met een baan) of wanneer je graag versneld een opleiding wil afronden.

‘Buiten de gebaande paden’

Primair is er bij deze route sprake van flexibiliteit in de dimensie inhoud. De student kiest verschillende vakken binnen verschillende opleidingen en ook instellingen. Hiervoor is het natuurlijk van belang dat de organisatie van deze opleidingen bij elkaar aansluit. Hierdoor is het ook zo dat niet alleen de dimensie inhoud flexibel wordt ingevuld, maar dat er ook flexibiliteit nodig is op het gebied van de andere vier dimensies. Misschien wil iemand van een hbo wel onderwijs volgen op een universiteit of vice versa. Bij deze studentroute blijft er wel één primaire opleiding waar de student zich op richt, maar wordt kennis verbreed en/of verdiept.

‘Mijn diploma’

Voor deze route is er geen vastgesteld opleidingsprogramma. Een student werkt op basis van zijn of haar eigen ontwikkeling en kiest inhouden op basis van leeruitkomsten die hij/zij wil halen voor de eigen ontwikkeling. De onderwijsinstelling waar de student staat ingeschreven begeleidt de student hier wel in, maar de student is zelf verantwoordelijk. Er wordt op deze manier op basis van de gewenste leeruitkomsten van de student een programma samengesteld. Ook hiervoor kan er flexibel worden gedaan op alle dimensies.

‘Modulair studeren’

De vierde studentroute die door het versnellingsplan wordt onderscheiden is het stapelen van verschillende modules. Hierbij is het niet op vakniveau maar meer op verschillende modules dat een student onderwijs geniet. Deze modules zijn ook het niveau waarvoor de student zich inschrijft bij de onderwijsinstelling. De modules gezamenlijk kunnen dan een diploma vormen, door bijvoorbeeld een verbindende thesis te schrijven.

Samenvattend

Er worden door het versnellingsplan dus vijf dimensies benoemd en vier mogelijke routes gedefinieerd. Elk van deze routes is ook middels pilots op op andere manieren getest. Op de webpagina van het versnellingsplan lees je meer over de uitkomsten van deze pilots. Graag wil ik wel de kanttekening maken dat je met deze vijf dimensies nog veel meer dan vier routes kunt bedenken. En daarnaast zijn er wellicht ook meer dan vijf dimensies. Het versnellingsplan heeft zich beperkt tot deze routes omdat hier ook praktische experimenten mee gingen lopen binnen het hoger onderwijs. In het mbo en in het vo lopen weer andere experimenten en wordt er meer nadruk gelegd op andere mogelijkheden. Dat benadrukt ook het belang van een overzichtspagina wat betreft flexibilisering; het begrip is zo breed en je kunt er zoveel kanten mee op.


Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *